Hoe eenvoudig het kan zijn vertelt Wim van der Leegte, algemeen directeur van VDL.
“Het is heel belangrijk dat wij voortdurend weten hoe wij ervoor staan. Iedereen moet weten hoe het staat met kosten, inkomsten en orders. Iedere directeur, iedere bedrijfsleider van ons moet die verantwoordelijkheid voelen. Iedereen moet in staat zijn om dit aan de mensen op de werkvloer te verduidelijken.
Ik was van het begin af aan al bezig om de belangrijkste cijfers van de bedrijven zichtbaar te maken in een systeem waarmee iedereen de vinger aan de pols kan houden.
Met dat systeem werken we nog steeds. Simpel en doelgericht, direct verbonden met vragen als: ‘Wordt er geld verdiend en hebben we genoeg orders?’ Elke werkmaatschappij weet hoe ze ervoor staat.
Als je resultaten zichtbaar zijn dan snapt iedereen waarom het gaat. De cijfers zijn bekend. Kosten, indirecte uren, orderportefeuille. Als de kosten oplopen of als de orderportefeuille inzakt, dan is er een probleem dat opgelost moet worden.
De oplossing komt vaak in samenwerking met de werkvloer. Daar zit ook deskundigheid om verbeteringen te realiseren. Als je de mensen betrekt bij de problemen en duidelijk bent over hoe we ervoor staan, wil iedereen meewerken. Als de leidinggevenden dat nalaten, als ze niet weten wat er op de werkvloer leeft, als ze niet kunnen uitleggen wat er schort aan het eigen bedrijfsresultaat dan gaat het mis. Dit is een platte organisatie met korte lijnen, onze mensen verdienen aandacht en de leidinggevenden moeten dat laten zien.”
Bron: Willem Mastenbroek 9 april 2025 op zijn website
Hamvragen van VDL
Word er geld verdiend en hebben we genoeg orders?’
Beoordeling en hamvragen van JKdG
Performance bij VDL is een afgeleide van het primaire proces, zoals ik dat in mijn Koers-opleiding bedrijfskunde heb leren toepassen. Management en werkvloer sturen op onderlinge inzichten en zoeken naar de waarheid binnen de firma. Ze zijn onderlihg afhankelijk omdat ze beiden eigen kennis en inzichtenn waar de kwestie speel. Een cultuur van voorwaarts afhouden (en de kwestie negeren) is een ramp, net zoals een directeur, waarvan mensen op de werklvloer denken, die weet het beter, zo niet het best. Wim van der Leegte stelt zich op als een voor de werkvloer collegiaal bestuurder. Wie wil dit nu niet, zou ik nu denken: Tip voor elke dialoog tussen ondernemingsraden en CEO?
Hamvraag
De vragen van Wim zou ik willen nuanceren
Verdienen we geld en hebben we goeie klanten (extern en intern)?
Is onze overheid een bedrijf ?
Nou dat valt te onderzoeken, welke (drie?) performance-indicatoren zou een overheid kunnen toepassen?