Zit ik rustig te werken in de Poortstraat, hoor ik buiten een zware toeter toeteren. Wat is er aan de hand. Ik was toch aan een pauze toe, dus ik de deur uit: Staan er twee vrachtwagens achter elkaar. De een met vierwielige aanhangwagen, geladen met een nieuwe houten kozijnen, recht uit de Timmerfabtriek. De andere, nog veel bredere vrachtwagen met een grote bestelling voor onbekende wijkbewoners. Ook online gekocht?
Meer, breder, zwaarder
Ligt het aan mij dat ik steeds grotere en bredere vrachtwagens zie? Ach van wie is de straat? Van de bewoners of van de gemeente. Je kunt toch als cowboy beter parkeren op de beste een handige plek om de bestellingen af te leveren? Ik maakte enkele foto’s. Geen plek, dan midden op de weg of stoep. De wijkkrant Wittevrouwen (wat goed dat die in onze brievenbussen verschijnt), signaleerde al de grote klus- en renovatie-dichtheid in onze wijk. Nog een voorbeeld: een aanhangwagen vol steiger materieel blokkeert de straat.
Wijkeconomie komt toeterend tot stilstand
Maar als het zo doorgaat krijgen we een doorlopende rij van steeds bredere bestel- en vrachtauto’s. En mensen die naar elkaar toeteren in een wijk met de vele smalle straatjes. En moet de kolossale reinigings-vrachtauto er ook nog langs om oude versleten spullen op te halen? Wie heeft voorrang vraag ik me dan af? Nieuwe of oude spullen? Of kunnen we beter onthaasten? Als we niks doen komt de welvarende wijkeconomie toch vanzelf tot stilstand? En toeteren helpt niet, als niemand het hoort.
Wat te doen: Horen, zien of zwijgen?
Met dank voor de redactionele tips van Monique.