Conclusie Algemene Rekenkamer
Het is zaak dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat weet of hij op koers ligt met zijn doelstellingen. Het gaat om grote opgaven: een leefbaar Nederland dat overal bereikbaar is. De minister kan beter sturen om die opgaven te bereiken: wat heeft prioriteit, wat is de taak en rol van betrokkenen en wie moet welke informatie hebben en aanleveren? Zo wordt voor iedereen herkenbaar wat de eigen rol is en welke bijdrage moet worden geleverd om een probleem op te lossen.
In ons onderzoek naar het mobiliteitsbeleid zien we dat belangrijke informatie ontbreekt om goed te sturen. De minister liet na afspraken over monitoring en evaluatie te maken. We constateren ook dat de minister geen afwegingskader gebruikt om bereikbaarheid in samenhang met andere opgaven, zoals ruimtelijke ontwikkeling, natuur en leefbaarheid, op te pakken. De minister hanteert ook geen toetsingskader voor investeringen om bereikbaarheidsoplossingen in volgorde van voorkeur uit zijn beleid te kiezen. We vinden de ontbrekende informatie en de gebrekkige uitwerking van het mobiliteitsbeleid zorgelijk. De bereikbaarheid van Nederland in samenhang met andere opgaven vraagt om andere oplossingen dan de aanleg van meer infrastructuur.
Vorig jaar deden we de aanbeveling om bij de verantwoording over infrastructuurprojecten informatie uit de nacalculatie van projecten te geven. Zonder die informatie kan minder worden geleerd van ramingen van projecten. Nu vermeldt het ministerie wel realisatiecijfers, maar dat is niet wat wij bedoelden. Door voor diverse projecten bijeen te brengen welke veranderingen er zijn geweest in bijvoorbeeld budget, reikwijdte en looptijd kunnen risico’s in kaart gebracht worden. Dan kan er meer geleerd worden van uitgevoerde projecten. Daarom herhalen we deze aanbeveling dit jaar.
Vraag: ik ben benieuwd of bovenstaande een rol speelt in de presentatie ven het Alternatief Ring Utrecht de daarbij uitgezette vervolgstappen na 21 dec 2023.